Onderzoek naar herbegraven van bekende Groningse schrijver

Onderzoek naar herbegraven van bekende Groningse schrijver

“Geert Teis hoort eigenlijk niet in Ruurlo maar in Stadskanaal begraven te liggen”

RUURLO – Hij kent het dorp Ruurlo niet. Weet dat het in de Achterhoek ligt want een oom van de 76-jarige Jan Mooibroek uit het Groningse Stadskanaal woonde ooit in Hengelo (O). Maar sinds enkele weken onderhoudt Jan Mooibroek intensieve contacten met Ruurlo en de gemeente Berkelland en is hij geïnteresseerd in het Achterhoekse dorp. Oorzaak: Vrijwilliger Jan Mooibroek van het Streekhistorisch Centrum Stadskanaal en geïnteresseerd in de streekgeschiedenis kwam tot de ontdekking dat de schrijver van het Gronings volkslied en bekend vanwege de toneelstukken, verhalen en gedichten van Gerhardus Wilhelmus Spitzen (1864-1945), die hij onder het pseudoniem Geert Teis Pzn. schreef, in Ruurlo op de Algemene Begraafplaats begraven is.

Door Jan Hendriksen

Voor zijn ‘ontdekking’ dat Geert Teis in Ruurlo begraven lag schakelde Jan Mooibroek de Historische Vereniging Old Reurle in. Secretaris Rina Florijn en andere bestuursleden van Old Reurle waren niet op de hoogte dat deze bekende Groninger in Ruurlo begraven lag. Ook Ruurlo-kenner bij uitstek en oud-secretaris en één van de archivarissen van Old Reurle Leo Besselink was niet op de hoogte van dit feit. De bijna vergeten laatste rustplaats van Geert Teis Pzn. roept bij Jan Mooibroek de vraag op of het mogelijk is de schrijver van het Gronings volkslied te herbegraven in zijn geboorteplaats Stadskanaal. Een goed idee, vinden ook een aantal andere Groningers. “Hij hoort eigenlijk niet in Ruurlo. Een van de oervaders van de Groningse streektaal en schrijver van het Gronings volkslied ‘Van Lauwerszee tot Dollard tou’ ligt begraven in Gelderland, maar zijn thuis zijn de veenkoloniën”, aldus Mooibroek. Een bijzonder detail is dat de aanhef van het volkslied steevast in het voetbalstadion van FC Groningen klinkt in een uitvoering van Pé Daalemmer en Rooie Rinus als de thuisclub een doelpunt scoort. Geert Teis Pzn. is in Stadskanaal absoluut niet vergeten. Een plaquette zit in de zijmuur van zijn geboortehuis en Theater Geert Teis en het Geert Teisplein zijn naar hem vernoemd, evenals twee straten: de Geert Teisstraat en de G.W. Spitzenstraat. Een borstbeeld van Geert Teis staat in de hal van het theater.

Quisisana

Geert Teis vertrok op zijn veertiende naar ‘s-Hertogenbosch, waar hij een onderwijzersopleiding ging doen. Hij kwam uit een goede familie. Hij zwierf door het hele land, kwam in Den Haag terecht en na zijn pensionering in Soestdijk, zo bleek uit onderzoek van Jan Mooibroek en journalist Herman Sandman van Dagblad van het Noorden. Zijn vrouw Jantine Brouwer, een oud-buurmeisje van Geert, kreeg een hersenbloeding waarna het paar verhuisde naar Ruurlo, naar het destijds particuliere verzorgingstehuis Quisisana aan de Groenloseweg voor onderdak en liefderijke verpleging en tedere zorgen. Zijn vrouw overleed in 1941, ze waren toen 47 jaar getrouwd. Hijzelf overleed op 14 maart in 1945. Jantina werd gecremeerd en de urn van haar bevindt zich in het columbarium in Velzen. Jan Mooibroek onderzoekt momenteel de mogelijkheid van een herbegrafenis in Teis’ geboorteplaats Stadskanaal. Mooibroek weet nog niet wie de rechthebbende van het graf van Teis is. Mede door de coronacrisis gaat het leggen van contacten momenteel wat moeizaam. Het echtpaar had één zoon, die minister van Verkeer in Waterstaat is geweest in het kabinet Drees-van Schaik van 1948 tot 1951; hij heeft twee zoons en is twee keer getrouwd geweest. Er zijn dus klein- en of achterkleinkinderen.

Dagboek

Inmiddels heeft Ben Gerdes, zoon van de vroegere hoofdonderwijzer B.A.J. Gerdes van de Sint Willibrordschool in Ruurlo, die ook uit Groningen afkomstig was, en die destijds naast verzorgingstehuis Quisisana woonde, een passage uit het dagboek van zijn vader aan Old Reurle en Jan Mooibroek aangereikt waarin de laatste dagen van Geert Teis Pzn. worden beschreven. Hieronder de passages uit dat dagboek.

Maandag 12 maart 1945
Meneer Spitzen is ernstig ziek. Vanmorgen hoorde ik het. Gisteren kreeg zuster Lems zijn pensionhoudster bericht dat ze ten tweede male moesten ontruimen voor de weermacht. Eerst zijn ze namelijk uit Quisisana verhuisd en vonden toen onderdak op de Pastorie van Ten Bruggenkate. Quisisana werd Orts- commandatur. Nu waren ze weer geïnstalleerd en de oude heer had al zijn spullen weer verzameld met behulp van juffrouw van de Meulen. Vele boeken had hij verkocht aan de Orts-commandant, andere bij Hoytink de boekhandel. Hij had weer zijn beste werken en zijn bureau en nu moest hij weer weg. De slag was te groot. Hij was erg bleek naar bed gegaan en vanmorgen niet op de gewone tijd verschenen. Toen de zuster kwam kijken lag hij bewusteloos. Op zijn nachtkastje lag een briefje: “Mijn hart laat mij in de steek. Ik vrees het ergste.” Toen is hij weer gaan liggen. De dokter ziet het ernstig in.

Woensdag 14 maart 1945
Vanmorgen is meneer Spitzen gestorven zonder bij kennis te zijn geweest. Wat vreselijk. Heer geef hem de eeuwige rust en het eeuwige licht verlichte hem. Zuster Tine kwam het vertellen. Maar we wisten het eigenlijk reeds. Want om twee uur zagen wij drie zusters en een man met een draagbaar over lt Rikkelder gaan. Ze moesten telkens rusten. Zo droegen ze hem naar ’t noodziekenhuis, het wijkgebouw. Dood moest hij nog wijken voor de Duitsers, die ’s avonds zijn kamer moesten hebben.

Zaterdag 17 maart 1945
Ik ben om een uur thuis van het werk. Het verlof werd gemakkelijk gegeven. Om twee uur is de begrafenis van meneer Spitzen. Hij was de hele oorlogsjaren door onze huisvriend. Elke zaterdag kwam hij hier en we deden samen Duits lezen en grammaire. Veelal las hij ook voor uit eigen werk, of vertelde van zijn reizen en ervaringen. Veel hartelijkheid hebben we van hem ondervonden. Nu wordt de oude heer begraven en het is in tragisch dat hij die zoveel vrienden had over het hele land, bijna zonder gevolg werd begraven. Zelfs zijn enige zoon en zijn broer en zusters konden niet overkomen. Ten gevolge van de oorlogstoestand hadden ze geen bericht gehad. Achter de baar gingen zijn schoondochter met haar beide zoontjes, alle bewoners van het rusthuis en enkele vrienden uit het dorp. Bij het graf was niemand die hem beweende. Geen dominee sprak een woord. Toen de kist langzaam was weggezakt in het graf en de kransen er over gelegd waren vroeg de doodgraver of iemand het woord verlangde. Ofschoon ik er op de fietstocht van Zieuwent naar huis wel over nagedacht had iets te zeggen was ik toch onvoorbereid. Toen niemand zich meldde kon ik niet nalaten onze vriend een paar woorden van afscheid toe te spreken. Namens de Grönnigers uit stad en land en van overal waar een Grönniger Verain bestond, namens de velen die van zijn werk genoten hebben, de velen die hij tranen heeft doen lachen en tranen heeft doen schreien heb ik van meneer Spitzen, Geert Teis Pzn toen afscheid genomen. Zo ongeveer heb ik gezegd met een benepen stem, die beefde vooral van zenuwen. En ik ben geëindigd met: ‘Rust zacht Geert Teis, en, volgens mijn overtuiging, tot ziens in een gelukkig hiernamaals’. Ik had de indruk dat ik de beheerschte schoondochter onaangenaam was met deze getuigenis van christelijke levensopvatting. Toch was het eerlijk en geen demonstratie. Tenslotte hoorde hij bij ons en misschien heeft hij in zijn laatste ogenblikken gewenst een christelijke begrafenis te hebben. En de Pater (p.Roeloffzen) zegt: er is soms zo weinig voor nodig om in de hemel te komen. Daarna sprak de 80-jarige schilder Knake uit Zelhem enkele woorden tot de dichter, schrijver en schilder, zijn vriend die hij gedenken zou, de weinige jaren die hij nog te leven had.”

En zo ligt hij zonder zijn vrouw al 75 jaar alleen in het graf in Ruurlo.
De naam Geert Teis Pzn. is een anagram van zijn echte naam Gerardus Wilhelmus (Geert) Spitzen.

Foto: Een portret van Geert Teis, getekend door Geert Hendrik Streurman uit de collectie RHC Groninger Archieven.
Bron: Achterhoek Nieuws Borculo-Ruurlo, 9 juni 2020