De december lezing van de historische vereniging “Old Reurle” op 10 december a.s. zal verzorgd worden door:
Ewoud van Arkel en Gerrit te Velthuis
Lezing over historische wind- en watermolens
Sinds 2023 is in Vorden de Stichting Watermolen Vorden actief, met als doel een watermolen te herbouwen die tot omstreeks de Tweede Wereldoorlog aan de Baakse Beek nabij Kasteel Vorden heeft gestaan. De opbouw van deze watermolen is rond de Tweede Wereldoorlog verdwenen. De beek heette in die tijd nog de Vordensche Beek.
Twee bestuursleden van de stichting, Ewoud van Arkel en Gerrit te Velthuis presenteren op woensdag 10 december 2025 in de Sprankel de geschiedenis en toekomstplannen van deze verdwenen en te herbouwen watermolen, evenals in de geschiedenis van molens en molenbouw in en rond Vorden.
Passie voor molens
Ewoud is in Vorden geboren in de tijd dat zijn vader burgemeester van Vorden was (1947-1974). Hij heeft een passie ontwikkeld voor alles wat met oude molens te maken heeft en is vrijwillig molenaar bij twee historische molens. Gerrit te Velthuis is eind Tweede Wereldoorlog geboren in een familie van molenbouwers (Ten Have). Jan Hendrik ten Have startte in 1904 een molenmakerij in Aalten in de Achterhoek. Gerrits grootvader, Gerrit ten Have, broer van de oprichter, begon in 1914 een molenmakerij aan de Zutphenseweg in Vorden. In 1960 ging Gerrit te Velthuis als medewerker aan de slag bij molenmakerij Ten Have en van 1965 tot 1970 was hij eigenaar. Hij verkocht de molenmakerij aan Herman Groot Wesseldijk en richtte zich vervolgens op machine- en silobouw.
Restauraties en innovaties
Molenmakerij Ten Have werkte zowel aan windmolens als watermolens in de Achterhoek en Twente. Gerrit ’s grootvader Gerrit ten Have is de uitvinder van de automatisch werkende remkleppen voor windmolens. Deze remkleppen voorkomen dat de wieken van de molen te snel draaien bij harde wind.
De Vordense watermolen
De Vordensche watermolen, gebouwd in 1714, was een van de circa vijf watermolens die tussen Ruurlo en de IJssel in de Baakse Beek hebben gestaan. Voor die tijd was er iets stroomafwaarts in de Vordensche Beek al een andere watermolen, van circa 1315 tot circa 1665. De watermolen bij Kasteel Hackfort is nu de enige die nog functioneert. Tussen Ruurlo en Vorden was er in de Baakse Beek weinig verval en daardoor een lage stroomsnelheid. Om gedurende langere tijd voldoende watervoorraad voor de watermolen te hebben en ook een hogere stroomsnelheid ter plaatse van de molen te creëren, hield de molenaar het toestromende water eerst tegen met stuwen. Hij had daarvoor stuwrechten. De boeren aan de oostzijde van de Vordense watermolen waren hier minder blij mee: door het stuwen kwamen de weilanden naast de Vordense Beek onder water te staan. Het in 1919 opgerichte Waterschap van de Baakse Beek ging toen regulerend optreden.
Molens in de Achterhoek werden vooral ingezet voor het malen van graan, het zagen van hout en het persen van lijnolie uit vlas. De Vordensche watermolen werd in ieder geval gebruikt als graanmolen en waarschijnlijk ook voor het aandrijven van een houtzaagmachine. Met de komst van nieuwe krachtbronnen raakten de meeste (water)molens in onbruik, zo ook de Vordensche watermolen, die rond 1940 verdween. De fundamenten van de oude watermolen zijn nog goed zichtbaar op de oever van de Baakse Beek nabij de brug in de Schuttestraat.
Woensdag 10 december 2025
De lezing wordt gehouden bij “De Sprankel” aan de Domineesteeg in Ruurlo
Aanvang 20:00 uur
Toegang niet-leden: € 5,-